Blogs

Nieuwe arbeidsrelaties zelfstandigen nodig

Tozo 3 is in aantocht. Een imposant pakket van €11 miljard, voor bedrijven en werkenden (werknemers én zelfstandigen), lopend tot 1 juli 2021. Naast bijdragen in inkomens en ondernemingen worden er ook investeringen van in totaal €2 miljard naar voren gehaald. Fijn, goed voor de korte termijn. Voor de langere termijn zijn er evenwel andere maatregelen nodig. De coronacrisis legt wel een grotere kwetsbaarheid op de arbeidsmarkt bloot die deze derde generatie corona-maatregelen niet kunnen verhelpen.

De NOW-regeling, loondoorbetaling van werknemers van bedrijven met minimaal 20% omzetverlies, wordt stapsgewijs versoberd. De strafkorting bij ontslag om bedrijfseconomische redenen verdwijnt. De TVL, tegemoetkoming in vaste lasten, wordt verhoogd. Maar de Tozo 3-regeling, de inkomensondersteuning voor zelfstandigen, wordt versoberd. Bij Tozo 2 was er al sprake van een partnertoets, met Tozo 3 komt er een vermogenstoets bij. Als je als zelfstandige meer dan €46.500 op de bank hebt, dan kom je niet in aanmerking voor de Tozo 3-regeling. Het vermogen in het huis of in een pensioenregeling valt buiten de vermogenstoets. Goed dat het huis erbuiten valt, maar de buffer opgebouwd voor pensioen staat bij een zelfstandige vaak niet 'vast' in een pensioenregeling. De zelfstandigen die zichzelf als echte ondernemer beschouwen willen die buffer vrij kunnen gebruiken voor investeringen. Kortom, een niet onaanzienlijk deel van de zelfstandigen zal niet van de Tozo 3 gebruik kunnen maken en zal eerst de buffer boven €46.500 moeten opmaken.

Overigens, is het met die buffer bij zelfstandigen relatief slecht gesteld. Volgens een simulatie van het CBS, op basis van inkomensgegevens van zelfstandigen over 2018, zakt 35% van de zelfstandigen onder het minimuminkomen als de inkomsten een jaar lang wegvallen (zie FD, 9-7-2020). 11% valt al na één maand onder het minimuminkomen en 19% na 3 maanden. De simulatie gaat over gezinsinkomen, en velen hebben in het gezin nog een ander inkomen. Kortom, op individueel niveau is de derving van inkomen nog ernstiger. En daar komt bij dat jongere zelfstandigen nog het kwetsbaarst zijn, daar zij vaak weinig of geen buffer hebben kunnen opbouwen en in veel gevallen nog geen verdienende partner hebben.

Min of meer geruststellend is dat blijkbaar 2/3 van de zelfstandigen wel een buffer of in het gezin aanvullend inkomen heeft om het langer dan een jaar op minimaal het minimum­inkomen uit te houden. Maar, in de simulatie is geen rekening ermee gehouden dat het uitgavenpatroon vaak hoger ligt dan het minimuminkomen, onder andere door hoge vaste lasten (hypotheek en huur). Dus, handhaving van het uitgavenpatroon zit er ook niet altijd in voor 2/3 van de overige zelfstandigen, waardoor deze huishoudens toch sneller dan in de simulatie is voorzien onder het minimuminkomen terecht dreigen te komen.

En dan ben je nog niet eens ziek/arbeidsongeschikt geworden, al dan niet getroffen door het virus. In 2018 hadden slechts 4 op de 10 zelfstandigen een arbeidsongeschiktheidsverzekering. De buffer die nodig is om het inkomensverlies gedurende de onverzekerde ziekteperiode te overbruggen moet dan dus onder Tozo 3 worden aangesproken. Terwijl de lonen van de werknemers van bedrijven met een omzetverlies worden gecompenseerd. Zelfstandigen zijn dus blijkbaar geen ondernemers zoals de (echte?) ondernemers en ook niet werkenden zoals werknemers (om bij omzetverlies in aanmerking te komen voor compensatie van het inkomen voor degene die in de onderneming werken).

Wat positief is, is dat 10% van de loonsomvergoeding voor de ondernemers met 20% omzetverlies (vanaf 1 januari 2021 30% omzetverlies) naar een scholingspot gaat. Goed voor de duurzame inzetbaarheid van werknemers. Daarnaast wordt €1 miljard uitgetrokken voor gemeenten om werklozen en zelfstandigen om- en bij te scholen. Dat is tenminste met de blik naar voren en op toekomstig perspectief gericht. Zelfstandigen kunnen nu al gebruik maken van een gratis loopbaanadvies, zie www.hoewerktnederland.nl van Ministerie van SZW. Maar je ziet daar de worsteling die beleidsmakers hebben met de hybride arbeidsmarktpositie van zelfstandigen. Werknemers en werkgevers kunnen met 2 grote buttons doorklikken. De zzp'er is er zo'n beetje in een rijtje gefrutseld.

Dat is het gevolg van het feit dat zelfstandigen geen eigenstandige definitie in het arbeidsrecht en positie op de arbeidsmarkt hebben. Er zijn en worden verschillende pogingen gedaan om de hybride arbeidsmarktrelaties van zelfstandigen te regelen en behouden. Van de VAR, de wet DBA, modelovereenkomsten van opdracht, of belastingtechnisch met de zelfstandigenaftrek tot en met adviezen van ambtelijke werkgroepen, de commissie Borstlap en anderen. Er wordt (wanhopig) getracht een zuiver en te handhaven invulling te geven aan een term als gezagsverhouding in een arbeidsrelatie in contrast met de zelfstandige positie van de zzp'er. Nu dreigt er, door een advies van de advocaat-generaal in een cassatiezaak voor de Hoge Raad, (zie hier) nog een poging gedaan te worden de hybride positie van zelfstandigen te behouden. Dat gebeurt door de term 'organisatorische inbedding van de werkzaamheden' te introduceren. Het gaat dan niet meer om of het de bedoeling van de opdrachtgever en zelfstandige was om kennelijk niet te werken op basis van een arbeidsovereenkomst, waar de modelovereenkomsten nog van uitgingen (de partijbedoeling). De zogenoemd holistische benadering van de arbeidsrelatie. Heel helder is de definitie van inbedding van het werk in de organisatie niet, verre van. Het gaat erom of de werkzaamheden van de zelfstandige wezenlijk deel uitmaken van de bedrijfsvoering, oftewel de corebusiness (zie ook hier). Zolang dat niet concreet wordt ingevuld roept dat slechts nieuwe vaagheden op, die de positie van de zelfstandige niet verhelderen en de problemen wat betreft arbeidsrelaties, handhaving en gebrek aan specifieke arrangementen gericht op de vraagstukken van zelfstandigen continueren.

De belangrijkste drijfveer is de angst voor de uitholling van de bescherming van een arbeidsovereenkomst. Ten eerste is het in dit tijdsgewricht nog maar de vraag hoe groot die bescherming is, zie de ervaringen van de werknemers bij de V&D, bij Hudson Bay, bij de KLM etc. Ten tweede gaat het voorbij aan de behoefte aan een eenduidige arbeidsmarktpositie voor de zelfstandige. Door de hybride positie blijft de zelfstandige tussen wal en schip vallen. Sommige zelfstandigen kunnen daarvan profiteren, maar het gros van de zelfstandigen heeft er last van en komt in de problemen. Dat legt de coronacrisis bloot. Geen of weinig betaalbare verzekeringen voor inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid of pensioen, te veel zelfstandigen die niet echte ondernemers zijn en niet investeren in acquisitie of kennisontwikkeling, geen of te weinig buffers opgebouwd, enz. Definieer de positie van de zelfstandige helder, creëer arrangementen (op gebied van werk en inkomen en belastingen) die die positie ondersteunen, onderscheid deze van de arbeidsrelatie van werknemers onder een arbeidsovereenkomst, zorg dat zelfstandigen een stem krijgen op de plekken waar de verdelingsvraagstukken op het gebied van werk- en inkomen worden besproken (cao-tafels en SER/STAR), zodat er afhankelijk van de sector over minimumtarieven voor zelfstandigen kan worden onderhandeld, met een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioenopbouw afgestemd op hun wensen.

Corona legt de kwetsbaarheden bloot van de manier waarop we de arbeidsmarkt hebben geregeld, en tegelijkertijd biedt Corona de mogelijkheid de arbeidsmarkt voor de komende jaren anders in te richten, geschoeid op moderne arbeidsrelaties. Dat is hoognodig vanwege de disruptieve hoeveelheid van 1,3 miljoen zelfstandigen.

Etienne Lemmens.

Etienne Lemmens senior onderzoeker